Ouder aansprakelijk voor smartengeld kind
Kind krijg trap van paard en loopt ernstige letselschade op. Hoofdelijke aansprakelijkheid voor ouder die geen toezicht hield op kind samen met de eigenaar van een paard voor letselschade en smartengeld van het kind.
Een kind van zes jaar gaat met toestemming van de moeder samen met een vijf jarig kind, een paard voeren dat in het weiland staat. Het zesjarige kindje wordt door het paard getrapt en loopt ernstige verwondingen op. Moeder wordt als ouder, verantwoordelijk gehouden voor het minderjarige kind door de rechtbank Zutphen tijdens een deelgeschilprocedure. De aansprakelijkheidsverzekeraar van de moeder stelt daarop de eigenaar van het paard aansprakelijk op grond van dieraansprakelijkheid 6:179 BW. De rechtbank Zutphen acht zowel de moeder als de eigenaar van het paard hoofdelijk aansprakelijk. Omdat gesteld wordt dat er sprake is van eigen schuld, dat aan de moeder die toezicht moest houden wordt toegerekend, overweegt de rechtbank dat de moeder het grootste verwijt valt te maken. De ouder wordt voor 75% aansprakelijk gehouden, de eigenaar van het paard voor 25%. Vervolgens past de rechtbank een billijkheidscorrectie toe, waardoor de aansprakelijkheid van de eigenaar van het paard nihil wordt. De eigenaar van het paard is aansprakelijk op basis van risico-aansprakelijkheid, echter hem valt niets te verwijten. De ouder van het kind en daarmee haar AVP verzekeraar wordt volledig aansprakelijk gehouden voor letselschade en smartengeld vanwege het ontbreken van voldoende toezicht.
Letselschade door trap van een paard
Het ongeluk had plaats op korte afstand van de boerderij waar moeder op bezoek was. In de wei naast de boerderij was een weiland afgezet met een houten hek. In de wei liepen twee paarden. Twee kinderen van 5 en 6 jaar zijn met toestemming van de ouder naar de wei gelopen om de paarden een appel te voeren. De kinderen werd verteld dat ze niet bij de paarden in de wei mochten komen en voor het hek moesten blijven staan. Beide ouders hebben geen toezicht gehouden.
Het zes jarige kindje is toch de wei ingelopen. Zij werd door een van de paarden tegen het hoofd getrapt en heeft ernstig schedelletsel en hersenletsel opgelopen.
Hoofdelijke aansprakelijkheid schadevergoeding
De ouder en de eigenaar van het paard worden hoofdelijk aansprakelijk gehouden voor de letselschade en smartengeld van het kindje met hersenletsel. De AVP van de toezichthoudende ouder is afgesloten bij Achmea. De eigenaar van het paard is verzekerd bij Axa. Door Axa wordt een letselschadeburo SRB Rasenberg ingeschakeld om onderzoek te doen naar de toedracht.
De advocaat van het minderjarige kind heeft een gerechtelijke procedure opgestart tegen de moeder van het kind én de eigenaar van het paard. De rechtbank Zutphen houdt de falende ouder aansprakelijk evenals de AVP verzekeraar van de ouder Achmea.
In de letselschadezaak gaat het over de vraag wie aansprakelijk is voor de materiele schade en het smartengeld van het minderjarige kindje door de trap van een paard. Is dit de ouder die verzuimde toezicht te houden of is dit de eigenaar van het paard?
Deelgeschilprocedure rechtbank Zutphen
In eerste instantie werd een deelgeschilprocedure gestart tegen de ouder. Zij wordt aansprakelijk geacht door de rechtbank Zutphen op grond van een onrechtmatige daad vanwege onvoldoende toezicht houden. Diezelfde vergoedingsplicht rust daarmee op de AVP verzekeraar van de ouder.
In de deelgeschilprocedure werd de vordering tegen de eigenaar van het paard afgewezen omdat niet met zekerheid kon worden vastgesteld welke paard (met beiden een andere eigenaar) de trap had gegeven. Ook verschillen partijen over de vraag of het paard reageerde vanuit eigen energie of dat het paard handelde na aansporing van het kind door hem in de flank te slaan. De gedraging van het paard is dan door het minderjarig kind aangespoord en komt dan niet voort uit de eigen energie van het paard. Dit laatste is gebaseerd op de verklaring van het andere kind van 5 jaar oud dat het ongeluk heeft zien gebeuren en het tegen zijn vader vertelde. In de deelgeschilprocedure is getuigenverhoor niet toegelaten.
Eigen energie paard
De rechtbank ziet de trap van het paard als eigen energie en het onberekenbare element bedoeld in artikel 6:179 BW. De klap in de flank is het meest te vergelijken met een aansporing om te gaan lopen. Het geven van een trap ziet de rechtbank niet als normale reactie. De rechtbank acht de bezitter van het bruine paard daarom aansprakelijk.
Omdat zowel de verantwoordelijke ouder als de bezitter van het paard beiden aansprakelijk zijn, wordt de schade over hen verdeeld gebaseerd op 6:102 en 6:101 BW. Opdat de rechtbank de falende ouder de grootste schuld toedicht, is deze verantwoordelijk voor 75% van de letselschade en smartengeld. De eigenaar van het paard voor de resterende 25%.
Billijkheidscorrectie
Bij de billijkheidscorrectie kijkt de rechter of de bezitter van het paard enig verwijt valt te maken. Er is geen enkel argument dát en hoe de paardenbezitter het ongeval had kunnen voorkomen, aldus de rechter in Zutphen. Het weiland was deugdelijk omheind, grensde niet aan de openbare weg, ook was het weiland niet direct toegankelijk en was de dichtstbijzijnde woning gelegen op 300 meter afstand. Ook tussen het huis van de toezichthoudende ouder en het paard was nog een weiland gelegen. Daar staat tegenover dat de toezichthoudende ouder wist dat het kindje naar de paarden ging om ze een appel te voeren, en geen toezicht hield.
De rechtbank Zutphen acht de paardenbezitter niet aansprakelijk, zodat de vergoedingsplicht geheel komt te rusten op de toezichthoudende ouder.
Hippisch recht en smartengeldvergoeding
Een veel voorkomende vorm van letselschade is die waarbij een dier bijt of trapt. Er ontstaat dan letselschade en recht op smartengeld waarvoor -in eerste instantie- de bezitter van het dier aansprakelijk is. Ongevallen met paarden worden vaak geplaatst onder hippisch recht.
Heeft u letselschade opgelopen door toedoen van een dier of wordt u aangesproken als eigenaar van een dier, neem dan contact met ons op voor advies over uw juridische positie.
Bel gratis 0800-4455000
Bron: ECLI:NL:RBGEL:2021:1562: Rechtbank Gelderland Zutphen en Arnhem 31-03-2021 : Zaaknummer C/05/362027 / HZ ZA 19-129
Schrijf een reactie
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
Schrijf een reactie