Smartengeld bij nagenoeg blind linkeroog
Gedupeerde is door een mishandeling nagenoeg blind geworden aan zijn linkeroog en vordert smartengeld bij de rechter van de veroorzaker.
Het slachtoffer stelt dat de veroorzaker een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens hem, waardoor hij letselschade heeft geleden. Deze schade bestaat uit materiele schade en immateriële schade. Aan immateriële schade, smartengeld, vordert het eisende slachtoffer een bedrag van € 22.000. In de eerdere strafprocedure werd al door het Hof een bedrag van € 7.500 toegekend, dat moet daar in mindering op worden gebracht.
Letselschade door onrechtmatige daad
De mishandeling vond plaats na een woordenwisseling. De veroorzaker heeft de gedupeerde tweemaal in het gezicht geslagen. De veroorzaker stelt dat hij het slachtoffer niet op zijn linkeroog maar wang sloeg. Het feit dat de bril die het slachtoffer droeg niet kapot was wijst daar op. Er zijn getuigen die dat kunnen bevestigen. De veroorzaker vindt dat de rechter te weinig rekening heeft gehouden met deze feiten.
Allereerst heeft de civiele rechter uit te gaan van het in de strafzaak gewezen vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, aldus artikel 161 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dit is dwingend bewijs. In het strafvonnis gaat de rechter uit van mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg in de vorm van een nagenoeg blind linkeroog. Nu de veroorzaker geen tegenbewijs heeft geleverd, is dat komen vast te staan voor de civiele rechter.
Getuigenverklaringen en getuigenverhoor
Bij Politie en rechtbank zijn er al drie getuigen gehoord. De veroorzaker stelt dat de getuigen opnieuw gehoord moeten worden maar licht niet toe wat zijn dat nieuw of anders zouden verklaren. De rechter wijst daarom het verzoek af.
De rechter gaat uit van de onrechtmatige daad waarvoor veroordeling volgde zodat de veroorzaker aansprakelijk is en de schade die vaststaat zal worden toegewezen.
Vaststellen hoogte smartengeld
De hoogte van het smartengeld wordt onderbouwd met een aantal uitspraken van rechters waar sprake is van vergelijkbaar of het zelfde letsel. De bedragen kennen een marge van € 19.885 tot € 25.857. IN vier van deze uitspraken waren de slachtoffers jonger dan gedupeerde, te weten begin twintig terwijl het slachtoffer 54 jaar is.
Om deze reden zal de rechter niet het gevorderde bedrag van € 22.000 toewijzen maar € 16.000. Hier moet dan van worden afgetrokken het bedrag dat de strafrechter toekende thv € 7.500.
Advies bij smartengeld
Uit deze rechtszaak blijkt helder dat de civiele rechter een hoger bedrag aan smartengeld kan toewijzen dan dat de strafrechter deed.
Wilt u hulp bij het vaststellen van de hoogte van smartengeld, bel dan met onze letselschadedeskundigen en advocaten. Bel gratis 0800-4455000
Bron: Rechtspraak ECLI:NL:RBOBR:2021:1481 18-3-2021
Schrijf een reactie
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
Schrijf een reactie